Claresse (v.a. 1974)

Synoniemen: Lange Violette, Radja, Vedette, Auleru

De waardevolle Lange Violette

In de vroege jaren zeventig was er veel aandacht voor het rassenassortiment van aubergines in Nederland. Vanuit verschillende landen en werelddelen werden auberginerassen verzameld, om de teelt in Nederlandse kassen uit te proberen. Dit viel echter wat tegen. Geen van de rassen viel in de smaak qua vruchtvorm, kleur of grootte. Er waren al wel tuinderselecties gemaakt van aubergine die het goed deden, zoals de Lange Violette. Echter waren deze goed producerende aubergine-tuinderselecties in handen van enkele families, die het waardevolle zaad van deze aubergineselecties angstvallig voor zichzelf hielden. Vanaf 1943 zou de Lange Violette al in bezit zijn geweest bij deze families, maar vermoedelijk bestond het al langer. De precieze oorsprong is echter onbekend. In 1974 kwamen deze selecties toch op de markt. Hoewel er vele variëteiten van aubergine bestaan, zijn de beperkte hoeveelheid aubergine rassen die in Nederland worden geteeld afkomstig vanuit deze oorspronkelijke tuinderselectie.

Naast Claresse zijn er vanuit Lange Violette nog andere auberginerassen geselecteerd; Halflange Violette en Lange Violette Vroege. Deze hebben een weer net wat ander uiterlijk en groeiwijze.

Dubbelgangers

Nadat de aubergine selectie Lange Violette op de markt kwam, werden hieruit ook weer selecties gemaakt, waarvan Claresse er één was. Het bedrijf Leen de Mos uit ’s-Gravenzande bracht Claresse op de markt. Het ras was echter nauwelijks te onderscheiden van Poeldijk’s Glorie van de Nederlandse Zaadcentrale (’s-Gravenzande), of van Radja van RijkZwaan (De Lier) of Vedette van Pannevis (Enkhuizen). Heel wat dubbelgangers dus. Vandaar dat deze namen als synoniem onder Claresse staan. Volgens de beschrijving die in de rassenlijst van 1980 stond heeft deze aubergine een gerekte, ovaal peervormige, glanzend dieppaarse vrucht. Het vruchtgewicht zou wat lager zijn dan van “Lange Violette” bekend was. In die tijd (en nog steeds) werd het meerendeel van de aubergine productie vooral geëxporteerd naar Duitsland.

Aubergines worden in een onrijp stadium geconsumeerd; wanneer de vrucht de karakteristieke dieppaarse kleur heeft. Voor de zadenteelt laat je ze wat langer hangen om te rijpen, waardoor de vrucht een lichtbruine kleur krijgt en het vruchtvlees zacht wordt (op de vierde foto is de herkenbare onrijpe vrucht te zien en een (voor consumptie) overrijpe lichtbruine vrucht).