Stikstofbemestingsrichtlijnen Uien
Tabel 2.4. N-bemestingsrichtlijnen uien.
Gewas | Richtlijn (kg N/ha) |
---|---|
Zaaiuien [1] | 175 |
In meerdere keren toedienen om zoutschade te voorkomen: | |
1. bij zaai: 30-40 kg N/ha | |
2. de rest in twee gelijke delen: | |
- als 2 pijpjes zichtbaar zijn (gewashoogte ca. 10 cm) | |
- enkele weken na de 2e gift | |
1e Jaars plantuien [2] | 0-40, afhankelijk van gewasstand bij 10 cm lengte |
2e Jaars plantuien [2] | 200-Nmin(0-60), maximaal 170 kg N/ha |
Bosuien [2] | 100-130 - Nmin(0-60) |
Winteruien [2] | najaar: 30-40 kg N/ha |
voorjaar: 100-110 kg N/ha | |
Sjalot [2] | 90 |
[1] Gebaseerd op proeven op kleigrond waarbij sterk mineraliserende percelen zijn vermeden en bij lage Nmin-voorraad bij zaai (<25 kg N/ha in de laag 0-30 cm). Bij een hogere Nmin kan de formule 190 – Nmin(0-30) worden gehanteerd, te verdelen als: 30-40 kg N/ha bij zaai en de rest in twee gelijke delen: als 2 pijpjes zichtbaar zijn en enkele weken na de 2e gift
[2] Het betreft informele N-bemestingsrichtlijnen.
Opmerking zaaiuien lange bewaring
De stikstofbemestingsrichtlijn voor zaaiuien is afgeleid op basis van de marktbare opbrengst na oogst. Voor de langere bewaring en afzet na de winter kan een wat lagere stikstofgift de hardheid van de uien na bewaring ten goede komen. Dit verschilt echter per ras en is ook afhankelijk van de grondsoort. Bij rassen waarvan de hardheid van de uien gevoelig is voor een (te) hoge stikstofvoorziening, is het met name op gronden met meer dan 20% lutum beter om niet meer dan 150 kg N per ha te bemesten.